De koppensnellers - Reisverslag uit Kefamenanu, Indonesië van Nol, Catelijne, Jop en Sven - WaarBenJij.nu De koppensnellers - Reisverslag uit Kefamenanu, Indonesië van Nol, Catelijne, Jop en Sven - WaarBenJij.nu

De koppensnellers

Blijf op de hoogte en volg Nol, Catelijne, Jop en Sven

07 November 2018 | Indonesië, Kefamenanu

Wist je dat er op Timor tot 1940, oftewel slechts twee generaties terug, koppensnellers woonden? Dat is dus eigenlijk nog maar kort geleden. Onderweg naar de koppensnellers kwam bij ons de discussie op gang over wat koppensnellers nu precies deden. Het gesprek ging als volgt: Ik: “Ik hoop niet dat ze ons opeten haha”, Nol: “Nee joh, ze hakken alleen je hoofd eraf.” De grote vraag werd: zijn koppensnellers ook kannibalen? Het antwoord is ‘nee’. In gevechten met andere volken (tribes genoemd) zorgden ze dat ze de hoofden van de slachtoffers van de tegenpartij afhakten en meenamen. Deze hoofden brachten ze vervolgens naar de koning van het koninkrijk daar. Wat de koning met de hoofden deed, weet niemand. Dat geheim is met vroegere koningen mee het graf ingegaan.

Je moet je voorstellen dat je net van alles gelezen en gehoord hebt over de koppensnellers. Je bent hier in gedachten nog volop mee bezig en dan arriveer je bij het opperhoofd of z’n knecht om je te registreren in None, het dorp van de voormalige koppensnellers. Deze man geeft je een hand, heet je welkom, en dan zie je allemaal bloed in zijn mond, of beter gezegd in zijn ‘rottende fietsenrek’. Oei! Er schieten dan verschillende scenario’s door je hoofd: 1) het zijn toch kannibalen, 2) al z’n overgebleven tanden zijn ontstoken, 3) hij heeft tbc en hoest bloed. Toen ik op de grond ook bloedvlekken zag en wat gerochel hoorde, wist ik zeker dat scenario 3 een grote kans maakte. Dus ik instrueerde Nol, Jop en Sven snel om niet te dichtbij te komen en straks goed hun handen te wassen. Eenmaal terug in de auto vroegen we onze chauffeur en gids Aka of die man inderdaad tbc had. Hij begon keihard te lachen..het was geen bloed dat we zagen maar uitgespuugde ‘bitternut’. Alle mensen hier kauwen op iets dat bitternut heet en onwijs rood afgeeft in je mond. Het werkt verslavend. Het ziet er wel echt heel vies uit, zeker in combinatie met de verzameling meest vreselijke gebitten hier.

Nadat we ons gemeld hadden en over de bitternut-grap heen waren, kwamen we aan in het oudste gedeelte van None. Hier zien we een aantal hutten met daken van stro en, net voor een klif, een totempaal met een hut waar de oorlogsstrategieën uitgedacht werden. Gaaf om te zien! Het heeft allemaal iets mystieks over zich.

Op de terugweg moeten we nog even op bezoek bij de oudste mensen van het dorp en we mogen hun traditionele hut bewonderen waarin tegenwoordig nog gekookt wordt en voedsel opgeslagen ligt. Vroeger fungeerde het eveneens als woon- en slaapkamer.

Daarna rijden we door tot Kefamenanu, waar Aka woont. Het landschap onderweg bestaat vooral uit bergen en een droog, dor landschap. Ook de rivieren zijn vrijwel compleet drooggevallen. Er zijn groenere delen, maar niet te vergelijken met Flores.

In Kefamenanu gaan we op zoek naar een hotel. Bij de eerste krijgen we een 1-persoonskamer op de vierde verdieping aangeboden toen we vroegen om een 4-persoonskamer. De tweede had alleen heel dure 3-persoonskamers. Driemaal is echter nog steeds scheepsrecht. Nu moest dat ook eigenlijk wel, want iets anders was er niet. Optie drie (Hotel Ariesta) werd het. Om te eten vonden we café Xpresso waar je leuk kon zitten en lekker kon eten. De service was wel belabberd..alles wat mis kon gaan, ging mis met onze bestelling ;-).

Na de koppensnellers was op dag twee van de road trip ‘Tamkesi’, de tweede highlight van West-Timor, aan de beurt. Twee (van de zeven) kinderen van Aka gingen vandaag mee. Jop en Sven kozen er allebei één als maatje uit en hadden de hele dag de grootste lol met hen.

De eerste stop was bij een palmwijnstokerij. Als je dit ziet, snap je direct waarom alle reisgidsen afraden om de zelfgestookte palmwijn te drinken. Palmsap uit de bladeren wordt opgevangen in viezige blikjes bovenin de boom. Dit wordt in een nog viezere plastic verfemmer gegoten. Ze gooien hier nog wat (niet schoongemaakte) stukjes boom bij en laten het fermenteren. Daarna gaat het in een klein oventje en destilleren ze de alcohol die vervolgens via een nooit schoongemaakte bamboebuis naar een met vies water schoongemaakte fles wordt getransporteerd. Niet echt aantrekkelijk hè ;-)?! Onder een afdakje zitten 3 à 4 mannen toe te kijken hoe hun zelf geknutselde palmwijndestilleermachine zijn werk doet. Best een relaxte baan zo te zien. Of het ook lucratief is? Zo lijkt het niet direct, maar de palmwijn schijnt wel goed te verkopen.

Voor we de off-the-road/4WD- route naar Tamkesi nemen, stoppen we nog even voor een kop thee en een boodschapje. Boodschappen doen daar ging als volgt: ‘How much is a coca cola?’. ‘5k’. ‘And the bread?’. Geen reactie. ‘Hello?’. Geen reactie; iemand anders wordt tussendoor geholpen. ‘Uh can we pay now?’ ‘No’ ‘What do we have to pay?’ Geen reactie. ‘We would like to pay now.’ Geen reactie. ‘Bye bye, thank you’. ‘Thank you’. Toen zijn we maar gegaan met het idee dat hij ons wel achterna zou komen, maar dat was niet het geval. Gratis Cola en broodjes dus ;-). Maar of dit nu zijn bedoeling was? Geen idee.

Tijdens onze off the road route naar Tamkesi kregen we vast instructies over de regels in dit traditionele dorp. Eerst moesten we ons melden bij het eerste huis en moesten we weer geregistreerd worden. In het dorp geldt de strikte regel dat je niets, maar dan ook echt niets, mag laten vallen op de grond. Dit geldt ook voor zelf vallen. Aangezien er geen goede weg is, is dat dus oppassen geblazen. Iets (of jezelf) laten vallen brengt ongeluk voor jezelf en voor de tribe van Tamkesi. Mocht je toch per ongeluk iets laten vallen, dan moet je dat bij de gids, dus Aka, melden. Hij geeft dit dan weer door aan ‘de chief’ van de tribe en die bepaalt hoeveel je moet betalen voor de offers die gedaan moeten worden als gevolg van het laten vallen van jezelf of iets. Nol zag hier meteen een prachtig business model in. In Nederland gaan we ook een super moeilijk begaanbare weg aanleggen naar een attractie en mensen die vallen of die iets laten vallen, laten betalen. De kans dat men valt of iets laat vallen is zo groot dat er bakken met geld kunnen binnenstromen ;-). 

Ook voor het maken van foto’s in Tamkesi gelden speciale regels. Dit mag pas na kennismaking en registratie en niet van alles mag je foto’s maken. Anders kost ook dat offergeld. Gelukkig kon Aka ons helpen met wat wel en niet mag, want ons duizelde het een beetje met alle regels en uitzonderingen op de regels,

Aan het einde van de 4WD-route was een rotsachtige weg omhoog die je alleen op kon lopen. Bovenaan openbaarde zich Tamkesi. Tegen de ene berg op lag het dorp met allemaal traditionele huizen en aan de andere kant zagen we de heilige rots die altijd door de zeven belangrijkste mannen van het dorp beklommen wordt bij ceremonies. Ze klimmen dan met geiten en kippen op hun rug naar boven en offeren daar.

Ook Tamkesi is een bijzondere en mystieke plek. Er wonen nog 6 families in het dorp. De rest is verder weg gaan wonen. We kunnen ons dit wel goed voorstellen aangezien er geen stromend water, elektriciteit en voorzieningen als een school en ziekenhuis in het dorp zijn.

Op de terugweg nog een stop in een dorpje waar veel Nederlanders gezeten hebben en nog Nederlandse huizen staan. Grappig om van die oud-Hollandse huisjes te zien hier. We bezoeken hier nog het Oelolok paleis van de koning van dit gebied. West-Timor is opgedeeld in allemaal koninkrijkjes en de koning van dit gebied woonde vroeger in dit paleis (een traditionele hut). De Nederlanders hebben naast de hut een gebouw in Hollandse stijl gezet als uitbreiding van het paleis. Inmiddels komen de koning en zijn familie hier alleen nog voor ceremonies. De Nederlanders gebruikten de koningen van West-Timor om het land te regeren. Zonder hen te gebruiken hadden ze (eigenlijk we natuurlijk) anders nooit grip gekregen op de bevolking van dit eiland. Soms stelden ze een nieuwe koning aan als dat beter uitkwam om grip te krijgen op de bevolking. In sommige gebieden zoals in Oelolok zie je dan ook dat er twee koninklijke families zijn in een koninkrijkje. Sommige inwoners luisteren naar de ene (‘oude’) en anderen naar de andere (‘nieuwe’) koning.

Liefs vanaf Timor!

PS: we gaan proberen de foto's te uploaden, maar de verbinding is wederom niet goed, dus dit zal waarschijnlijk lastig worden.


  • 07 November 2018 - 13:05

    Sander:

    Wat een gave ervaring! Klinkt toch wel als één van de spannendste onderdelen van jullie reis tot nu toe. Ben heel benieuwd naar de foto's!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nol, Catelijne, Jop en Sven

Actief sinds 30 April 2018
Verslag gelezen: 179
Totaal aantal bezoekers 22816

Voorgaande reizen:

17 Juli 2018 - 09 Januari 2019

Onze Indonesie reis

Landen bezocht: